Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt heeft in een brief Kamervragen gesteld aan de Tweede Kamer omtrent het stikstofdossier. Minister Staghouwer (LNV) en Stikstofminister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) gaven antwoord, waaruit Omtzigt concludeerde dat ‘het beleid van Van der Wal en haar stikstofkaart niet zijn gebaseerd op de huidige wet’. “Dat betekent nu een forse beweging in het stikstofdossier”, stelt Omtzigt op Twitter.

Volgens Pieter Omtzigt geldt er nog geen vastgelegde nieuwe wet waardoor de doelstelling 74% stikstofreductie is. Hierdoor moeten volgens hem provincies nu in een bepaalde mate stikstofreducering behalen en maatregelen uitvoeren, terwijl deze nog niet in de wet staan.

Omtzigt stelde de vraag aan de ministers of zij bekend zijn met hun eigen voornemens om de doelstelling van 74% reductie naar voren te halen naar 2030 in het regeerakkoord én het feit dat de
stikstofkaart en de doelstellingen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) van 10 juni ook gebaseerd zijn op 74% reductie in 2030 en niet op 50%. Daarop antwoorden de ministers bevestigend.

Omtzigt vraagt vervolgens of het dus klopt dat op dit moment het geldende recht is dat de reductiedoelstelling van stikstof in 2030 50% bedraagt en dus niet 74%. Dit klopt ook volgens de ministers. ‘Het kabinet heeft aangekondigd de doelstelling in de Wsn vóór 2035 te versnellen naar 2030, waarmee deze in lijn komt met het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek (de ‘commissie-Remkes’), waarbij alle sectoren hun evenredige stikstofbijdrage leveren’, zo stellen de ministers. ‘Dat is ook conform de door de Tweede Kamer aangenomen motie De Groot (D66) en Van Campen (VVD), die verzoekt om de gewijzigde omgevingswaarde voor 2030 zo spoedig mogelijk vast te leggen. Het benodigde wetsvoorstel zal naar verwachting in de eerste helft van 2023 bij de Tweede Kamer worden ingediend en regelt dat in plaats van in 2035 nu in 2030 ten minste 74% van het stikstofgevoelig Natura 2000-areaal geen overschrijding van de kritische depositiewaarde heeft. Totdat dit wetsvoorstel door beide Kamers is aanvaard en van kracht is geworden, bedraagt de doelstelling 50%’.

Sancties

Peter Omtzigt wil weten of provincies gedwongen kunnen worden om mee te werken met het behalen van doelen die nu nog niet in de wet staan. ‘Zo ja, op basis waarvan kunnen zij daartoe gedwongen worden?’, luidde zijn vraag. Volgens de ministers is de landelijke reductiedoelstelling, zoals opgenomen in de wet natuurbescherming, een resultaatsverplichting. ‘Provincies moeten aangeven welke maatregelen ze nemen om bij te dragen aan de vermindering van de stikstofdepositie, met het oog op het tijdig voldoen aan de landelijke doelstelling. Daarbij hebben provincies een grote mate van ruimte om in te vullen hoe ze dat willen doen. De richtinggevende doelen voor stikstof uit de startnotitie NPLG zijn bedoeld om precies dat te doen: richting geven. Deze doelen worden op 1 juli 2023 taakstellend vastgesteld. De minister voor Natuur en Stikstof zal daarbij een toetsingsproces inrichten voor de beoordeling van de door de provincies voorgenomen maatregelen en houdt een vinger aan de pols bij uitvoering, want doelen moeten onontkoombaar worden gerealiseerd. Het Rijk kan instructies geven of zaken zelf regelen, als de doelen niet gehaald dreigen te worden. In het NPLG wordt daartoe een escalatieladder ontworpen.’

Het kabinet verwacht dat het wetsvoorstel voor het vastleggen van de naar voren gehaalde voorziene resultaatsverplichtende omgevingswaarde van 2035 naar 2030 in de eerste helft van 2023 bij de Tweede Kamer wordt ingediend. ‘Het is aan het parlement om te oordelen over de wettelijke vastlegging van de
versnelling van de reductiedoelen, met het oog op meerjarige duidelijkheid, ook
voor volgende kabinetsperiodes’, aldus de ministers.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/07/06/beantwoording-schriftelijke-vragen-over-de-bemiddelaar-in-het-stikstofdossier-en-de-juridische-status-van-de-stikstofplannen-en-reactie-op-het-rvw-verzoek-over-het-mandaat-van-de-heer-remkes-als-onafhankelijk-gespreksleider