Pieter Schreurs (53) woont samen met zijn vrouw Gonny en kinderen Neske (18) en Raf (15) in zijn ouderlijke huis aan de Lochtstraat in Stramproy. Hier waar hij opgroeide, is hij niet alleen een boer, maar ook een ondernemer die zijn bedrijf constant blijft ontwikkelen. “Ik moet geprikkeld blijven om te functioneren”, aldus Pieter.
Zijn ouders hadden op deze locatie een gemengd bedrijf met kippen, varkens en akkerbouw. Samen met zijn drie broers en twee zussen groeide hij hier op. “We hadden een groot gezin”, zegt Pieter. Hier en daar helpen op de boerderij, daar was zeker sprake van. “Vooral in onze puberjaren hadden we altijd weer strijd onderling over wie er moest helpen. Destijds werden eieren nog met de hand geraapt, dat was niemands favoriete taak.” Begin jaren negentig heeft Pieter het bedrijf samen met zijn vrouw overgenomen. “Lange tijd heb ik toen ook zelf geen kippen gehad, die zijn er pas later weer bijgevoegd”, zegt hij met een lach.
Pieter, destijds 20 jaar oud, wilde zelf iets anders opzetten dus begon hij een bloembollen- en vaste plantenkwekerij. “Dit heb ik uitgebouwd tot een redelijk grote tak. Drie jaar geleden, toen ik 50 jaar werd, zijn wij ermee gestopt.” Door de jaren heen heeft Pieter, die van ondernemen houdt, hun bedrijf op allerlei vlakken uitgebreid. “Ondernemen is mijn passie: ik moet geprikkeld blijven om te functioneren. Na de varkenspesttijd tot 2005 hebben we zelf geen varkens gehad, in dat jaar zijn we er weer mee van start gegaan. Verder hebben we op meerdere locaties, zowel hier in de buurt als in België, pluimveebedrijven overgenomen.” Bijzonder is de locatie van zijn pluimveehouderij in het dorpscentrum van Stramproy. “Deze was voorheen van mijn oom, twaalf jaar geleden stond hij op het punt om ermee te stoppen. Hoewel iedereen mij voor gek klaarde om op deze locatie – midden in het dorp – iets te beginnen, kochten wij het bedrijf over. Het is uitgegroeid tot een succesvolle onderneming.”
Woningen realiseren
Hoewel zijn pluimveehouderij in het dorpscentrum goed loopt, is Pieter benaderd door de gemeente om te stoppen met deze locatie en de bestemming om te zetten naar een woonbestemming. “Eerst was ik het er niet mee eens”, zegt Pieter. “Op deze locatie staat een woonboerderij en het was eerst de bedoeling dat mijn vrouw en ik hier, omringd door paarden, oud zouden worden.” Toch maakte bepaalde regelingen het voor Pieter gunstig om de stekker uit deze locatie te trekken betreft zijn pluimveehouderij. Nu heeft hij, samen met zijn vrouw, een plan ontwikkeld voor het creëren van woningen op dit stuk grond. “Met de omliggende tuinen van de buren in combinatie met onze grond gaan we hier 11 levensloopbestendige woningen realiseren en 29 grote kavels verkopen, waar mensen zelf in de vrije sector kunnen bouwen. We zitten nu volop in dit proces en vinden het leuk om ons ergens nieuws mee bezig te houden. Daarnaast dragen we hiermee bij aan een gedeeltelijke oplossing voor een groot maatschappelijk probleem: de krapte op de woningmarkt.”
Opkoopregeling
Hoewel Pieter met plezier boer is, heeft hij erover nagedacht om zijn werkzaamheden vroegtijdig neer te leggen, toen een aantal jaar geleden de opkoopregeling ter sprake kwam. Pieter: “Mijn vrouw en ik hebben gekeken hoe we er financieel voor stonden. Al die jaren hebben we geïnvesteerd als een gek, altijd waren we bezig met nadenken over welke nieuwe richting(en) we uit wilden gaan. Boer zijn is een zevendaagse economie: zeven dagen per week moeten er eieren worden geraapt en inmiddels zijn we allebei de 50 jaar gepasseerd. Op een gegeven moment moet je de belangen gaan afwegen.” Toch werd het idee van de baan geveegd toen zijn vader in 2019 kwam te overlijden. “Mijn zoon, destijds 13 jaar oud, beloofde opa aan zijn sterfbed om het bedrijf over te gaan nemen. Dat was zo’n mooie belofte van hem, die onze keuze om te stoppen in ander perspectief bracht. Toch is Raf vanuit ons niks verplicht, want als je er geen plezier in hebt, dan is dit leven onmogelijk vol te houden. Of hij uiteindelijk echt de boerderij en alle zijtakken overneemt, heeft te maken met vele externe factoren. Dat moeten we dus even afwachten. Raf is in elk geval wel van plan om naar de HAS te gaan, dus voorlopig gaan mijn vrouw en ik gewoon nog door.”
Waarderen wat je hebt
Op dit moment bestaat Pieter zijn bedrijf nog uit vleesvarkens, moederdieren, en akkerbouw, zoals: wortelen, erwten, bonen en ui. Samen met een koppel goed personeel wordt dag en nacht gewerkt om het bedrijf succesvol te houden. Als eigen baas van een bedrijf, waar weleens storingen zijn, moet Pieter 24/7 paraat staan. “Als er ‘s nachts een machinestoring is of een andere alarmmelding in de stallen, moet ik eruit om dit op te lossen. Daar ben ik inmiddels al aan gewend.”
Zijn kinderen helpen ook in het bedrijf, die zijn net zoals toen Pieter een puber was, niet altijd mega-enthousiast hierover. “Als ze dit laten blijken, geef ik aan dat ze van mij ook in de supermarkt mogen gaan werken voor een ‘echte baas’. Zo slecht hebben ze het hier nog niet. Van ons krijgen de kinderen gewoon betaald voor hun werkzaamheden, maar moeten net als ons personeel in- en uitklokken. Het belangrijkste vind ik dat mijn kinderen leren te waarderen wat ze hier thuis hebben, zoals een zwembad en eigen manege. De boodschap is dat geld niet vanzelf wordt verdiend en je er hard voor moet werken.”
Perfectionist
Om te ontspannen gaat het gezin vaak samen uiteten. “Dat vinden de kinderen ook leuk”, zegt Pieter. Waar hij eerst nog weleens met zijn vrouw op vakantie ging ter ontspanning, hebben ze deze gedachten voorlopig opzij geschoven. “Het houden van dieren op meerdere plaatsen is complex. Je hebt als boer veel verantwoordelijkheden en hoewel ik op vakantie constant telefoonmeldingen krijg over mijn bedrijf, bijvoorbeeld over ventilatie of klimaat, ben ik bang er niet op tijd bij te zijn wanneer er iets mis is. Ik ben een perfectionist en voel me zeer verantwoordelijk voor mijn personeel en dieren. Eenmaal op vakantie, zit ik er toch niet met zo’n relaxed gevoel. Daarom blijf ik net zo graag thuis. En met een zwembad in de tuin, is dat zo slecht nog niet.”