Het zijn twee volwaardige bedrijven: de varkenshouderij en het akkerbouwbedrijf. Toch kiezen Ludo en Erik Koppen uit Tungelroy er bewust voor om de ondernemingen als een gemengd bedrijf te runnen. Dit biedt de broers diverse voordelen zoals variatie in de werkzaamheden en risicospreiding. En niet onbelangrijk: je kunt ook eens een dagje weg.
‘Voorheen stonden onze varkensstallen verdeeld over drie locaties’, legt Erik uit. ‘Toen mijn broer Ludo en ik het bedrijf overnamen van onze ouders hebben we ervoor gekozen alle stallen te slopen en op deze locatie een nieuwe, moderne stal te bouwen. Klaar voor de toekomst.’
Klimaatsysteem
De inzet van moderne technieken is meteen voelbaar. Ludo: ‘In de winter zorgen we er met onder meer vloerverwarming voor dat de varkens lekker warm kunnen liggen. In de zomer wordt de binnenkomende lucht gekoeld. De juiste temperatuur en frisse lucht zijn belangrijk om het de dieren naar de zin te maken. Maar er is meer voor nodig, want varkens zijn nieuwsgierige dieren. Daarom liggen er in de hokken, die plaats bieden aan elk negentien varkens, speeltjes waarmee de dieren zich kunnen vermaken. Daarnaast zijn de daken van beide locaties voorzien van zonnepanelen om de behoefte aan energie zelf op te wekken. Daarnaast is er nog stroom over om meerdere huizen van stroom te voorzien.’
Wisselen van perceel
Twee kilometer van de varkenshouderij is het akkerbouwbedrijf gevestigd. In een loods bevinden zich alle voertuigen, machines en apparaten. Ook zijn er loodsen voor de opslag van aardappelen. Behalve aardappelen verbouwen de broers uien, bieten, maïs, gerst, erwten, bonen, wortelen en schorseneren. ‘Met uitzondering van de maïs moeten de gewassen elk jaar op een ander perceel worden verbouwd’, vertelt Ludo. ‘Zo houd je de grond gezond.’
De aardappelen die de gebroeders Koppen verbouwen, worden hoofdzakelijk geconsumeerd als friet. Erik: ‘Vanwege het stilvallen van de horeca zijn we vorig jaar met grote hoeveelheden aardappelen blijven zitten. De markt trekt weer een klein beetje aan, maar het is nog lang niet op het niveau van voor de corona.’
Bij het verbouwen van de gewassen worden steeds minder bestrijdingsmiddelen ingezet. Ludo: ‘We werken met lage doseringen. Helemaal stoppen met bestrijdingsmiddelen is nog niet haalbaar. Ook volledig biologische akkerbouw is vanwege de beperkte afzet en hoge kosten een onhaalbare kaart. Het is arbeidsintensief, je hebt veel mensen nodig om bijvoorbeeld onkruid te wieden. Natuurlijk worden de machines beter, je hebt zelfs camera gestuurde schoffelmachines. Toch werkt dat nog niet optimaal. Voor grootschalige voedselvoorziening moet je traditioneel verbouwen. Wel zie je dat biologische en traditionele landbouw steeds dichter bij elkaar komen. In de biologische teelt worden veel uitvindingen gedaan. De goede zaken nemen we waar mogelijk over.’
Samen
De broers genieten van het gevarieerde werk op het gemengde bedrijf. Erik: ‘Onze ouders zijn in 1967 begonnen met glastuinbouw. Toen kwamen er kalkoenen bij, en die maakten weer plaats voor varkens. Later kwam de akkerbouw erbij en hebben we de kassen afgestoten. We voelen ons prettig bij de huidige combinatie van werkzaamheden.’
Ludo vult aan: ‘Het is fijn dat je als broers op elkaar kunt terugvallen. Met z’n tweeën krijg je meer gedaan. Bovendien kun je eens een dagje vrij nemen. Als het nodig is, huren we een zzp’er in. Voor de rest doen we het samen. Soms werken onze kinderen mee. Ik heb drie dochters, een van hen studeert aan de HAS Hogeschool. De bedrijfsopvolging is nog niet duidelijk, we zien wel wat de toekomst brengt.’
Erik heeft twee zonen. ‘Ze zitten allebei nog op de lagere school. Ze vinden het leuk om af en toe te helpen.